Overslaan en naar de inhoud gaan

Tandvleesaandoeningen

Tandvleesaandoeningen ontstaan in de biofilm, die gevormd wordt in de interdentale ruimtes in de gingivale groeve, door een gebrekkige hygiëne van de tussenruimte. Deze biofilm ontwikkelt zich in het tandvlees, en kan daar dan achterblijven en een ontsteking (gingivitis) veroorzaken. Als deze na verloop van tijd niet verwijderd wordt, dan wordt de biofilm ouder, waardoor er nieuwe peri-implantitis bacteriën kunnen ontstaan die het steunweefsel kunnen vernietigen (periodontitis).

Mondziekten

caries

Cariës (gaatjes)

Wist u dat 80% van de gaatjes ontstaan in de ruimtes tussen tanden en kiezen?

Cariës is een multifactoriële ziekte van bacteriële oorsprong, waarbij het harde tandweefsel vernietigd wordt. De bacteriën produceren tijdens het metaboliseren van de koolhydraten uit het dieet zuren die het tandglazuur aantasten en demineralisatie veroorzaken. Bij de vorming van cariës zijn voornamelijk 4 factoren van belang:

Gastheer: factoren zoals speeksel (dat de tanden beschermt door de pH waarde in evenwicht te brengen, de in de mond aanwezige bacteriën regelt en voor remineralisatie zorgt) of de morfologie van de tanden en de tussenruimtes.
Tijd: Hoe meer tijd er verstrijkt zonder dat de koolhydraten in de mond en de biofilm verwijderd worden, hoe meer schade de bacteriën aanrichten.
Micro-organismen: de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor het produceren van zuren (als resultaat van de suikerfermentatie) die het harde tandweefsel demineraliseren. Deze kunnen zich door een gebrekkige mondhygiëne verder verspreiden.
Substraat: koolhydraten. De bacteriën gebruiken de koolhydraten en produceren de zuren die het glazuur demineraliseren.

Bijna 80 % van alle cariës zijn van interdentale oorsprong, aangezien de interdentale ruimtes vaak niet correct gereinigd worden., Waardoor er in deze ruimtes zich biofilm kan vormen die het glazuur van de tanden kan aantasten. Dit gebeurt vooral beneden het contactpunt van de tanden en bij kinderen, adolescenten en jongvolwassenen. Bovendien is cariës de hoofdoorzaak van het verliezen van tanden bij kinderen, adolescenten en jongeren.

Parodontale aandoening: gingivitis en parodontitis

Waardoor ontstaan tandvleesaandoeningen?

Gezond tandvlees heeft een roze kleur, is niet ontstoken en bloedt niet bij het poetsen of het aanraken ervan. De parodontale aandoeningen zijn onderverdeeld in gingivitis en periodontitis. Gingivitis is nagenoeg universeel, aangezien 85 % van de bevolking eraan kan lijden. Terwijl bijna 50% van de volwassenen ouder dan 35 jaar kan lijden aan periodontitis. Gingivitis is een aandoening die gekenmerkt wordt door een ontsteking die kan genezen zonder dat het steunweefsel van de tanden vernietigd wordt (periodontium). De belangrijkste tekenen van gingivitis zijn een rood, ontstoken en bloedend tandvlees. Als gingivitis niet genezen wordt, dan kan dat leiden tot periodontitis.

Periodontitis is op haar beurt een onomkeerbare aandoening waarbij een ontsteking optreedt van de periodontium. Hierdoor kan de hechting van de tand verminderen, waardoor hij kan uitvallen. De voornaamste tekenen van periodontitis zijn, naast de eerder vermelde, bewegende tanden en terugtrekkend tandvlees. Dit is de belangrijkste oorzaak van uitvallende tanden bij oudere volwassenen en bejaarden. Tandvleesaandoeningen ontstaan in de biofilm, die gevormd wordt in de interdentale ruimtes in de gingivale groeve, door een gebrekkige hygiëne van de tussenruimte. Deze biofilm ontwikkelt zich in het tandvlees, en kan daar dan achterblijven en een ontsteking (gingivitis) veroorzaken. Als deze na verloop van tijd niet verwijderd wordt, dan wordt de biofilm ouder, waardoor er nieuwe peri-implantitis bacteriën kunnen ontstaan die het steunweefsel kunnen vernietigen (periodontitis).

Peri-implantaire aandoening

Waardoor ontstaat peri-implantitis?

Tandheelkundige implantaten zijn titanium schroefjes die gebruikt worden om ontbrekende tanden te vervangen,. Ze hechten zich vast aan het kaakbot door middel van een proces genaamd: osseo-integratie. Dit zorgt voor een rechtstreekse verbinding tussen het kaakbot en het implantaat. , In tegenstelling tot de natuurlijke tanden, die door het parodontaal ligament met het bot verbonden zijn. De peri-implantaire aandoeningen zijn mucositis peri-implantaria en peri-implantitis. Mucositis peri-implantaria is een multifactoriële aandoening die veroorzaakt wordt door de vorming van biofilm, waarbij de peri-implantaire mucosa ontstoken raakt zonder dat het steunweefsel van het implantaat vernietigd wordt. Net als bij gingivitis zijn de belangrijkste tekenen ontsteking, rood worden en bloeden. Ongeveer 80 % van de mensen met tandheelkundige implantaten lijden aan peri-mucositis of peri-implantitis.

Peri-implantitis is dus ook een multifactoriële aandoening veroorzaakt door de vorming van biofilm, wat leidt tot een ontstoken peri-implantaire mucosa die bovendien het steunweefsel van het implantaat vernietigt., Hierdoor zit het implantaat minder goed vastgehecht, het kan het los raken en uiteindelijk uitvallen. Ongeveer 30 % van de mensen met implantaten lijdt aan deze aandoening. Zoals vaak het geval is bij parodontale aandoeningen, ontstaan de peri-implantaire aandoeningen in de biofilm, die door een gebrekkige mondhygiëne vooral gevormd wordt in de interdentale zone en in de peri-implantaire pockets. De biofilm komt terecht in de peri-implantaire mucosa, waardoor deze zone ontsteken raakt (peri-mucositis). Na verloop van tijd wordt de biofilm ouder en kunnen er meer pathogene species ontstaan, die het steunweefsel van de implantaten kan vernietigen. In dit geval, en in tegenstelling tot de parodontale aandoeningen, is er geen parodontaal ligament, waardoor de aandoening verder kan evolueren.

Halitose

Wat is het verband tussen halitose en interdentale hygiëne?

Halitose is het geheel aan onaangename geuren die uit de mond komen. Halitose is een probleem waaraan 30 % van de bevolking leidt en het kan sociale consequenties met zich mee brengen. In het merendeel van de gevallen ligt de oorzaak in de mond. Meer concreet, 2/3 van de gevallen van slechte adem met orale oorsprong worden veroorzaakt door de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor gingivitis en/of periodontitis (de overige 1/3 wordt veroorzaakt door bacteriën die zich ophopen in het ruwe gedeelte van de tong). De anaerobe bacteriën (die kunnen overleven in een omgeving zonder zuurstof) hopen zich op in het tandvlees en bij gevallen van gingivitis of periodontitis op de achterzijde van de tong. Daar metaboliseren de proteïnen van het dieet en het speeksel, en zetten deze om in gassen, de zogenaamde vluchtige zwavelverbindingen, die verantwoordelijk zijn voor een slechte adem.